DOOR ELSE ROZA
Het maken van een beleidsplan is in de kerk niet zo populair. ‘Te werelds’, ‘blablabla’, ‘belandt in de bureaula’ zijn veelgehoorde geluiden. Zelf ben ik – naast mijn werk als gemeentebegeleider - ook ouderling in mijn eigen gemeente en snap ik de verzuchtingen: nog meer werk. Jammer, want een goed beleidsplan en heldere richtlijnen hoe ermee om te gaan, gaan je werk uit handen nemen. Sterker nog: ze gaan een proces in gang zetten dat de gemeente verder helpt en heilzaam is, juist in een kerk. Zes factoren dragen daar zeker aan bij.
1. Blijf niet doorhollen
‘Eindelijk voeren we een goed inhoudelijk gesprek!’, verzuchte een jong kerkenraadslid. ‘Tijdens de vergaderingen is er geen tijd voor een inhoudelijk gesprek, omdat actuele punten de agenda vullen. We hollen te veel door. Fijn, dat er nu wel ruimte voor is’.
In ons persoonlijk leven weten we vaak wel hoe heilzaam het is om even pas op de plaats te maken. Doe je dat niet, dan raak je in deze hectische tijd al snel de verbinding met jezelf, met God en met anderen kwijt, wat direct effect heeft op je plezier in het leven. Je wordt opgeslokt door activiteiten die je geen vreugde en zin meer geven. Waarom zien we die heilzame waarde van een pas-op-de-plaats voor de gemeente dan niet zo scherp voor ons?
2. Weet waar je vandaan komt en waar je naartoe wilt
Vaak worden bij een onderling gesprek de verschillen goed zichtbaar. Maar juist dan is het heilzaam om pas op de plaats te maken en samen te bepalen welk specifiek doel of thema de gemeente nu een stap verder kan helpen.
Je kunt samen onderzoeken welke belangrijke gebeurtenissen de gemeente gevormd hebben tot wat zij nu is en samen onderzoeken waar je met elkaar naar toe wilt. Wat is het gemeenschappelijke verlangen, waar gaat een ieders hart sneller van kloppen?
Want als je vanuit een gezamenlijk verlangen aan de gemeente werkt, dan werkt dat zoveel makkelijker: samen werk je in de gewenste richting verder. Zo mocht ik recent een dag meelopen met een kerk die als thema had: ‘Samen leven vanuit de Bron en samen een bron van levend water worden’. De geloofsgemeenschap wil als een steen in de vijver zijn, die de omgeving in beroering brengt. En dat geeft richting. Ook breder geformuleerde thema’s, zoals bijvoorbeeld ‘Samen groeien in geloof, hoop en liefde’ geven goed de gezamenlijke groeirichting van de gemeente aan.
3. Doe het goede
De vormgeving van het proces doet er toe: hoe groter de verschillen in een gemeente zijn, des te meer aandacht de vormgeving van het proces vraagt. Uiteindelijk wil je dat mensen van zich laten horen en tevoorschijn kunnen en durven komen.
Een ieder wil graag gehoord worden, maar tegelijkertijd is dat pas mogelijk als we ook bereid zijn om zelf goed naar een ander luisteren. Goede werkvormen helpen en nodigen mensen uit om een ander tevoorschijn te luisteren. Als we doen wat Jezus ons voorhoudt en een ander behandelen, zoals jezelf behandeld wilt worden, dan ontstaat er ruimte, waarin zo veel meer mogelijk is dan je vooraf kunt bedenken.
4. Voed vertrouwen en hoop
‘We zijn een geloofsgemeenschap hoor! Ik vind praten over beleid zo zakelijk’. Ik hoor het nogal eens om me heen en ja, de kerk is een geloofsgemeenschap. Een daarom is het goed om naast de verhalen van mensen te luisteren naar de verhalen uit de Bijbel. Juist nu, om er vertrouwen en hoop uit te putten, want de cijfers over het dalend aantal kerkleden liegen er niet om. Hoe troostrijk zijn dan de verhalen uit de Bijbel waarin mensen in de put hulp en bescherming ervaren. Hoe richtinggevend kunnen Bijbelteksten en -verhalen zijn voor de verdere ontwikkeling van een gemeente. En hoe heilzaam is het om daar samen vertrouwen en hoop uit te putten.
Elkaar goede verhalen vertellen over de eigen gemeente is een geheel andere vorm om vertrouwen en hoop te voeden. ‘Waar zagen we mensen in onze gemeente al samen groeien in geloof, hoop en liefde?’ Het werkt zo inspirerend als mensen ontdekken dat ze al veel in huis hebben om de gekozen richting ‘Samen groeien in geloof, hoop en liefde’ concreet handen en voeten te geven. Aandacht voor het goede in de gemeente, werkt heel bemoedigend en inspirerend.
5. Borg de resultaten
Niets is zo frustrerend als uitgezet beleid, waar niets mee gebeurt. Het is daarom goed om afspraken te maken wie welk toekomstbeeld (of beleidsvoornemen) levend houdt en op welke manier dat gebeurt. Al pratend schrijft het beleidsplan zich in de harten van mensen zelf. Maar mensen herinneren aan de gekozen richting bevordert dat de inkt niet verbleekt.
6. Maak keuzes
Uiteindelijk helpt een goed beleidsplan bij het maken van keuzes. We hoeven niet alles. Al luisterend naar elkaar en naar God tekent zich een weg af, die lijkt te passen bij de gemeente en de wijk of het dorp waarin de gemeente werkzaam is.
De allereerste keuze is om ruim tijd te maken voor een inspirerend beleidsproces, dat de verdere ontwikkeling van de gemeente bevordert. Hoe dat gebeurt is eenvoudiger dan je denkt. Jan Hendriks formuleerde eens wat de kern van gemeente-opbouw was:
Kerken helpen om mensen te laten groeien in hun relatie met God, elkaar en in dienst aan de ander/samenleving. Wanneer in een beleidsproces vormen gebruikt worden die mensen laten luisteren naar God, elkaar en naar de behoeften in de wijk, dan is de verdere ontwikkeling van de gemeente al begonnen voor je er erg in hebt…
Benieuwd wat wij voor jouw gemeente kunnen betekenen? Klik hier
Else Roza