Hoopvolle toekomst?

Door Liesbeth Nooteboom

 

Het gebeurde onlangs op een kerkenraadsdag in een kleine dorpsgemeente. In het minitraject Waarderende Gemeenteopbouw, dat we deze dag doorliepen, waren we aangeland bij de Verbeeldingsfase. In kleine groepen moesten de deelnemers verbeelden hoe de gemeente er over vijf jaar uit zou zien. Ik liep de groepjes langs om te kijken of ze een beetje op gang konden komen. Eén groepje had grote moeite met de opdracht en was in een patstelling beland.

 

Een van de drie groepsleden was hoopvol gestemd. Zij keek naar de gemeente en zag de kleine lichtpuntjes die er nu waren, zoals iemand die in het afgelopen jaar lid geworden was en zich vervolgens spontaan meldde als ouderling. Dit soort positieve gebeurtenissen gaf haar hoop en vertrouwen voor de toekomst.
Een ander groepslid was juist heel somber over de toekomst. Zij zag de gemeente steeds kleiner en ouder worden met alle gevolgen van dien voor het gemeentewerk. In haar beleving zou er over een paar jaar niets meer van hun gemeente over zijn. Deze overtuiging belemmerde haar om een toekomst te verbeelden.
Het derde groepslid zat hier wat tussenin. Enerzijds deelde ze de sombere toekomstvisie, tegelijkertijd zag ze de lichtpuntjes. Ze wilde zich er wel door laten bemoedigen maar vond dat ook moeilijk, want stel dat het maar een eenmalige gebeurtenis was…….

We spraken even door met elkaar over deze verschillende gezichtspunten én over de bloeifactoren die in de ochtend tijdens de Vertelfase naar boven gekomen waren. De twee deelnemers vonden het moeilijk hoop te putten uit die bloeifactoren – toch gebaseerd op positieve ervaringen uit hun eigen gemeenteleven. Ik heb hen aangemoedigd om te onderzoeken wat ze wél konden dromen voor de gemeente, binnen de hun gegeven mogelijkheden. Uiteindelijk kwamen ze met een heel eenvoudige poster waarop hun Verbeelding was getekend. Ze droomden dat er in de toekomst nog kerkdiensten zouden zijn, dat de gemeente met beide benen in de wereld zou staan en dat gemeenteleden sporen zouden achterlaten. Langs de route waren kleine bloemen getekend als symbool voor de hoopvolle dingen die er onderweg gebeurden.

 

In onze trajecten komen we die verschillende perspectieven vaker tegen. Sommige gemeenteleden zijn somber over de toekomst. Ze kijken naar het verleden en zien de volle kerk, de grote jeugdgroepen, de rommelmarkten en koren en allerlei andere grote activiteiten, het hele bruisende gemeenteleven. Maar wanneer ze nu op zondagmorgen om zich heen kijken, zien ze lege banken, grijze koppies, vijf kinderen die vooraan staan voor het kindermoment, en ze vragen zich af: hoe moet dit verder? Is er nog een toekomst voor deze gemeente of ben ik degene die binnenkort het licht uit moet doen?
Er zijn ook gemeenteleden die zich richten op de mooie dingen die er nu zijn. De (kleine) positieve dingen die er gebeuren. Mensen die hoop hebben voor de gemeente en vastbesloten zijn om te zoeken naar manieren en nieuwe wegen om de toekomst in te gaan.

In een Waarderend proces is het belangrijk om erkenning en ruimte te geven aan verdriet en pijn over dat wat er niet meer is en waarschijnlijk ook niet meer terugkomt. Maar achter de pijn en het verdriet gaat een verlangen schuil. De kunst is om contact te maken met dat verlangen en van daaruit – met inzet van de bloeifactoren - te werken aan de toekomst. Positieve ervaringen uit het verleden (de bloeifactoren) worden ingezet om dat verlangen te verwezenlijken. Toekomstdromen zijn geen onhaalbare luchtkastelen, omdat ze gebaseerd zijn op de mogelijkheden die ter plaatse voorhanden zijn. Het is te doen: die kleine gemeenschap die de lofzang gaande houdt, en bloeiende sporen achterlaat op haar pad. Dat geeft hoop voor de toekomst!

In het boek ‘De Schuilplaats’, over het leven van Corrie ten Boom, kwam ik deze doordenker van haar tegen: ‘Elke ervaring die God ons geeft, ieder mens die Hij in ons leven brengt, is de juiste voorbereiding voor de toekomst’. Dat kan ik alleen maar beamen. Vanuit die ervaring trek ik op met gemeenten, een hoopvolle toekomst tegemoet!

Liesbeth Nooteboom

 

Een minitraject Waarderende Gemeenteopbouw wordt vaak ingezet op een kerkenraadsdag of -avond en kan er als volgt uitzien. In overleg met de gemeentebegeleider kiest de voorbereidingsgroep een thema. Aan de hand van dit thema gaan de deelnemers aan de slag met het vertellen en analyseren van goede voorbeelden bij dit thema, de Vertelfase. Daarna gaat de groep creatief aan de slag met verbeelden hoe de toekomst eruitziet als je de opbrengst uit de Vertelfase maximaal kan inzetten, de Verbeeldingsfase. De verbeeldingen worden aan elkaar gepresenteerd en samen bedenken we wat eerste stappen kunnen zijn richting het realiseren van de toekomst, een stukje Vernieuwingsfase. Meer informatie over een kerkenraadsdag vindt u op onze website.

Voeg toe aan je favorieten: Permalink.

Reacties zijn gesloten.